Geboren op 26 november 1900 te Vught als zoon van landbouwer Marinus van Baast (Vught 3 maart 1873-Oisterwijk 14 november 1963) en Adriana Maria Schuurmans (Oisterwijk/Kerkhoven 31 juli 1869-8 december 1941). Het gezin van Marinus van Baast kwam op 15 september 1917 van Vught naar Udenhout en verhuisde op 31 januari 1922 naar Oisterwijk (D396, De Logt 3). Wim van Baast vertrok op 26 april 1922 naar Vught om daar als dienstknecht te gaan werken en keerde op 30 september 1925 terug op de boerderij van zijn ouders. Wim van Baast huwde op 12 mei 1930 te Berkel-Enschot met Antonetta van der Bruggen (Berkel-Enschot 23 februari 1900-Tilburg 17 september 1973), met wie hij tenminste drie zonen en een dochter kreeg. Hij begon na zijn huwelijk een boerderij naast die van zijn vader (D395a, De Logt 5): hoeve De Logt. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zaten er onderduikers op zijn boerderij en bood hij hulp aan geallieerde piloten. Op 23 september 1944 werd tijdens de zevende dag van Market Garden een Amerikaans Dakota-transporttoestel dat gekoppeld was aan een Waco-zweefvliegtuig 7 km ten westen van Schijndel getroffen door Duits luchtafweer. Het zweefvliegtuig werd ontkoppeld. De Dakota keerde om, verloor hoogte en maakte een buiklanding langs de Oirschotsebaan op de Kleine Oisterwijkse Heide. De gezagvoerder en drie van de vier bemanningsleden bleven ongedeerd, echter de vierde, telegrafist sergeant J. Cutts, had een flinke wond van een granaatscherf. Er kwamen enkele boeren op het toestel af, om te helpen maar deels ook uit nieuwsgierigheid. Plotseling verscheen een groepje soldaten van de Wehrmacht, de militairen schoten op het rond het vliegtuig verzamelde groepje, dit gebeurde nabij de boerderij van H. Schoonus. Hierbij werd Cutts opnieuw geraakt maar ook boer Van Baast. Cutts stierf ter plaatse en werd bij het vliegtuig begraven (een dennenhouten kruis met een Amerikaanse helm). Van Baast overleed nog diezelfde dag op Oirschots grondgebied, toen hij op een houten kar naar Spoordonk werd vervoerd. De vier geaillieerden werden gevangen genomen en de overige burgers werden in de loop van de dag vrijgelaten. Cutts werd na enige tijd herbegraven op het St.-Petruskerkhof, in 1946 volgde een tweede herbegrafenis op de Amerikaanse Begraafplaats te Margraten. Van Baast kreeg vanwege de oorlogssituatie een heilige mis in de schuur van boerderij 't Haantje (Rosepdreef 17), hij werd begraven op het kerkhof van de Joannesparochie en kreeg postuum een dankbetuiging van de Amerikaanse president Truman vanwege het verlenen van hulp aan geallieerde militairen. In de wijk Pannenschuur is een straat naar Wim van Baast genoemd.
Documentaire Oisterwijk in Beeld over Van Baast
Literatuur: Antoon de Graaf, ‘Oorlog boven Oisterwijk. Vliegtuigen die neerkwamen in de oorlogsjaren’, in Th. Cuijpers e.a. (red.), Zorgvolle tijden. Oorlogsjaren in Oisterwijk (Oisterwijk 1991) 67-81 met dank aan Ad van Oord
Biografie
Wim wordt op 26 november 1900 geboren in Vught. Na zijn huwelijk start hij in 1930 een boerderij naast dat van zijn vader in Oisterwijk. Tijdens de oorlog laat hij onderduikers toe op de boerderij en ook biedt hij hulp aan gestrande geallieerde piloten.
Op 23 september 1944, de zevende dag van operatie Market Garden, wordt een Amerikaans Dakota-transporttoestel getroffen door Duits afweergeschut. Het toestel, met aan boord vijf Amerikanen, maakt een buiklanding langs de Oirschotsebaan op de Kleine Oisterwijkse Heide. Eén van de bemanningsleden is gewond geraakt door een granaatscherf. Verschillende boeren, onder wie Wim, komen op het toestel om te helpen, of uit nieuwsgierigheid. Plots verschijnt een groep Wehrmacht-soldaten die het vuur openen op het toestel en de verzamelde groep. Het gewonde bemanningslid wordt gedood en ook Wim wordt dan getroffen. Hij wordt nog op een houten kar naar Spoordonk gevoerd om behandeld te worden, maar bezwijkt daar diezelfde dag nog aan zijn verwonding. Wim is 43 jaar oud geworden en laat zijn vrouw met drie zonen en een dochter achter.
Vanwege zijn hulp aan geallieerde militairen ontvangt hij postuum een dankbetuiging van de Amerikaanse president Truman. In de Oisterwijkse wijk Pannenschuur is een straat naar Wim vernoemd.
Bronnen en verwijzingen:
A. van den Oord
Erelijst van Gevallen 1940-1945
Oorlogsgravenstichting
Stichting Herdenking Brabants Gesneuvelden
Oude parochiekerk van Bladel; foto van prentbriefkaart; 9,4 x 14,4 cm; Kerk werd dtv. pastoor J.v. Baast in 1875 gebouw. Na afbraak resteert nog de toren. Op de voorgrond zijn de tramrails zichtbaar.
Kapelaan Johannes van Baast
Johannes van Baast, op 26 maart 1817 geboren te Tilburg, werd na zijn priesterwijding in 1844 benoemd tot assistent in Hedel. Op 4 september 1849 volgde de benoeming tot kapelaan in Udenhout, waar hij onder pastoor Verschuure werkzaam was tot 1857, in welk jaar hij naar Woensel werd overgeplaatst. Hier ontving hij in 1863 zijn benoeming tot pastoor van Bladel, waar hij een nieuwe kerk bouwde en een nieuwe pastorie dichter bij de kerk betrok. Hij overleed 5 april 1881.
Het huis en zijn bewoners
De laatste pastoor die het huis als pastorie gebruikte was Johannes van Baast. Zijn voorganger was Gerardus van de Mortel. Hij was bijna een halve eeuw pastoor te Bladel. De kapelaan van van Baast was Johannes van Gils. Van Baast bouwde in 1865 een nieuwe pastorie dicht bij de R.K.kerk. De oude pastorie werd verkocht aldus de verkoopakte 128 van Notaris Meijer te Bladel.
Citaat.
“Bij de verkoop op den een en twintigste november achttienhonderd zeven en zestig waren aanwezig Johannes Hubertus van Baast R.K. priester en Pastoor, en de heren Burgemeester Josephus Snieders en wagenmaker Jan van Rooij kerkmeesters der Roomsch-Catholieken gemeente te Bladel alle inwonende aldaar, de welke daartoe gemachtigde bij rescript van Zijne doorluchtige Hoogheid den Heer Aards Bisschop van Utrecht in dato den zevenden augustus jongsleden verklaren verkocht te hebben aan Antonius van Sas, koperslager wonende mede te Bladel, hier verschenen en dezen koop en overdracht accepterend. Een huis erf tuin en gracht en een strookje grond ten zuiden van voormelde gracht” enz.enz.
van Sas kocht het geheel voor 880 gulden en betaalde 480 gulden aan. De rest was hypotheek.
Antoon van Sas, geboren te Bladel in 1831 vestigde zich als koperslager en noemde zijn huis “Huize Antonio”.
To Termeer onderwijzeres in Haaren tijdens de oorlog
Plaats : Haaren
Straat en Huisnummer : Heesakker B4
Naam: Mien van Baast
Klasse 5
Leeftijd 12
23-24-25-26-27 October `44
Een zeer moeilijke bevrijding , `t was op een morgen dat we niet naar de H. mis mochten.
Ze waren toch zo aan het schieten den 23 october dat we er niet henen konden, ik deed het ook niet graag.
En bij ons zat het nog vol duitsers.
Van ons tot Peer v.d. Wouw.
Van Jos Simons tot ons zat het vol. allemaal in de sloot ze waren half nat
De koeien waren gehaald toen moest het veulen worden gehaald, dat deed ons vader zelf want ze hadden bij het veulen twee kleine tanks neer gereden. Er was ook een baas bij en ook vele andere soldaten. Toen moest een soldaat er naar toe gaan, en maakte
een lucifer aan en hield die onder de tank. Toen vlogen er 7 Langen vuurpijlen er uit van een m lang.
En toen die soldaat een lucifer aan hield
Liep ie hard weg en ging in een sloot liggen.
Ons vader stond erbij en bleef staan en hield zijn handen in zijn oren want het ging hard,
Het veulen sprong weg. Die vuurpijlen schoten ze op de Engelsen die waren al aan de Esse brug. Toen moesten we al de goei kleren inpakken en in de kelder gezet, toen nog 8 zakken zand voor de kelderraam.
We waren klaar en naar bed.
De volgende morgen mochten we weer niet naar de H. mis. Want het was te druk met soldaten en schieten. We moesten de kelder in, ze gooide granaten, daar waren we niet blij mee.
De soep stond op de kachel en wij moesten de kelder in, de kachel ging uit.
De soldaten liepen maar om het huis.
Toen eventjes naar de hand moesten ze ons groten jongen aan maken dat ze goed brande,
En de kelder weer in want daar vielen veel granaten.
Toen begonnen we een rozenhoedje te bidden dat moest ik zelf doen. We hadden dit rozenhoedje gebidt, toen nog een en weer een. En toen gauw eten, want nu vielen er eventjens geen granaten. Ze begonnen weer te boemen, de kelder in , de kelder in.. Want het duurde lang er ze allemaal de kelder in waren.. met 19 man waren we samen. `t was 5 uur geworden we mochten van de Duitsers niet buiten komen dat doe ik ook niet graag.
De koeien moesten eten hebben en gemolken worden maar dat werd niet gedaan. Toen moesten we weer meer bidden, ik bad voor. Toen we weer drie rozenhoedjes gebeden hadden waren we daar weer mee klaar. We moesten nog koffie drinken dat deden we in de kelder. `t brood werd gehaald door de groten jongens. Drinken hadden we toen geen Maar nu konden ze even de koeien melken want het was zo stil.
Ze gingen de koeien melken en eten geven. Toen hadden we melk. `t was nacht geworden en het ging er zo dat we niet konden slapen. Natuurlijk zowat om 8 uren werden er bedden gehaald.
Toen was de nacht voorbij en het was woensdag den 25 october. `s morgens klepperde en boemde en dreunde het hele huis van alle kanten dat ge niet wist wat er te doen was.
Dan schoten ze tegen het huis. En toen ineens kwam een voltreffer boven door het huis en toen door de schouw en weer boven door het huis en toen weer naar buiten. Er vielen veel stenen naar beneden. We begonnen weer te bidden en toen we zaten te bidden,
Kwam er een door de schouw en schouw en naar buiten dat gaf weer een klap en een bons op zolder.
Dat was natuurlijk weer een voltreffer.
De stenen rolden naar beneden. Toen weer eventjens naar de hand weer een door de zijgevel en weer op zolder. Ons vader liep naar de zolder en gng eens gauw kijken wat er aan de hand was. De schouw was helemaal weg. Er stonde drie ledikanten op zolder en die waren helemaal kapot en vol gaten.. Ales was bijna kapot toen weer gauw aar benden., hij kon niet over de trappen maar over de stenen. Hij was weer onder gekomen en zei : heel ons schouw is weggeslagen door de granaten.. gekund er niet veel meer van zien staan. De zolder is een puinhoop. t was weer midddag geworden en we hadden geen middageten maar we moesten brood eten. Dat deden we niet graag maar we moesten.. Den middag was nogal gauw voorbij en ze schoten en schoten zo hard dat ik schrik had, maar ons vader zei dat ik geen schrik hoefde te hebben,
Dat was waar maar ik had toch schrik.. We zullen het er nog wel goed er van af brengen zei hij: `t was weer nacht geworden. We waren wel benieuwd dat ons huis niet in brand stond. Ze gingen kijken er was niets te zien. Toen kwam er een duitser en vroeg naar een glas melk, hij kreeg er een, en lied zijn rozenkrans zien en zijn schabbelier, en toen vroeg weer naar een glas melk, en kreeg er weer een. Toen vroeg ie naar drie appels, die kreeg ie ook..
Toen gaf ie f3. die wow ons vader niet. Hij moest ze aanpakken., hij zei ik ben morgen toch dood, pak ze maar aan.. Maar ons vader wou ze nog niet, toen legde hij ze op het aanrecht en ging. `t was nou nog vrij en wij mochten naar buiten in de nacht. Er sliepen Officiers en kapiteins in de veulenskooi en gewonen andere soldaten. Toen was het onderhand morgen. Om 7 uur hoorden wij de Engelse tenks al op de weg. Wij luisteren de helen tijd dat ze niet dichterbij kwamen. Om negen uur waren ze er. Ze schoten het slot uit de deur. Ons vader: zei het zijn moffen nee vader, nee vader `t is niet waar. Vader maakt nu toch gauw de deur open. `t zijn Engelse riepen wij allemaal. Ons vader ging de kelder uit en ging naar het staldeurtje. `t waren Engelsen.. Ons vader gaf ze als eerste de hand. Toen wij allemaal gauw een hand geven en weer de kelder inOns vader en ons moeder moesten kachel stoken voor de Engelsen.. de Engelsen kwamen ons chocolade brengen en koekjes en rollenzuurtjes dat we de hele tijd te snoepen hadden. `t Was 10 uur geworden en de soldaten zeiden: dat alle jongens moesten komen en ons vader ook. Toen waren ze voor de kiepenkooi en er kwam een Duitsche granaat die viel op de kiepenkooi
Zij konden nog ontlopen.. Toen kwamen ze bij de staldeur daar viel er ook een. De andere waren alemaal binnen in ons vader niet en ons jongens liepen maar door de kelder in maar ons vader niet.
Ze waren er allemaal behalve voornaamste die er zijn moest die we het hardste nodig hadden..Toen riep ons vader om hulp ons moeder kroop er op de knies naar toe en riep onze Jos en Wim want Jan kon niet meer. Ze waren bij vader en die de kelder in gedragen. Toen waren er Engelse die verbonden zijn been. En ons moeder spoelde met koudwater al het bloed van zijn gezicht. Toen kwamen er twee Engelse dokters die droegen ons vader de kelder weer uit. Die verbonden hem helemaal. Ons vader was erg gewond. Ons moeder zei: Vader Uw ogen zijn eruit. `t is niet waar moeder. Doet ze dan eens open vader zei ons moeder. Dat kan ik niet. Ons vader was zijn been helemaal verbrijzeld en gebroken en dan nog bij zijn pols er in en bij zijn schouder eruit. En dan zijn ogen eruit en dan zijn schedel gelicht zijn hersen geraakt. En het laatste heel zijn wang er bijna afgeschoten. Nu onze Jan die had een groot gat bij zijn henkel.. Toen onze Wim die had een snee bezijden tegen zijn hoofd.. En een evacueerde vier tenen eraf. Toen ze allemaal verbonden waren vroeg ons vader waar ze naartoe moesten. Toen zeiden ze : naar boxtel. Toen ze met vieren gingen waren we er niets bij mee. Maar het moest. Onze Jan moest het eerste in., toen ons vader en toen ie ging riep hij houdoe.
Toen onze Wim die moest voor op de cabine van de auto.. En die evacueerde bij de chauffeur zitten. Toen weg, dat hadden we niet gezien. Want we waren zo bang. Ons vader zei, voordat ie ging dat ie nog wel terug zou komen, en ie kwam niet levend terug. Maar wel dood..
Ze brachten hem eerst in Es daar moesten ze eerst allemaal verbonden worden. Ons vader werd bediend.
Toen naar Bokstel daar was geen plaats. En weer verder en naar Schendel, daar werd ie weer vebonden en bediend. Hij mocht het H. Olisel ontvangen. Toen weer in Eerde weer hetzelfde En toen nog in Vecghel.
Onze Jan heeft vier weken in het gasthuis gelegen. Onze Wim die kwam vrijdag thuis op de namiddag half 2 Hij wou eerst niet zeggen dat ie dood was. Maar te lange laatste kwam het er uit dat ie dood was. Onze Wim dol en ziek en ie zag zowit als een muur, hij een avond van te voren een L bloed afgetapt voor ons vader. Ons vader had onderweg 3x bloed overgegeven. Samen 5 L.
Bij ons op de dries waren 12 granaten gevallen en ons veulen liep erop en was niet gehinderd.. We hadden 3 dagen en 3 nachten in de schuilkelder gezeten.
dank aan Marinus van Baast
Explosie vliegende bom (V-1) Tilbug, Huize Mariengaarde.
Familienaam:
Baest
Voornamen:
Adriana Johanna M.
Geboortedatum:
9.10.1924
Geboorteplaats:
Tilburg
Adres:
Hasseltstraat 233
Woonplaats:
Tilburg
Gemeente:
Tilburg
Huwelijkse staat:
ongehuwd
Overlijdensdatum:
2.2.1945
Leeftijd:
20 jaar
Plaats overlijden:
Tilburg
Individuele gebeurtenis:
Kwam om het leven bij een inslag van een V-1 in de Burgemeester van Meursstraat (Huize Mariëngaarde) op 2 februari 1945.
dank aan wiki
Hasselstraat 170 Tilburg
Eigenaars
Augustinus de Laat , wever, was de bouwer en eerste eigenaar Na zijn overlijden werden de huizen Hasselstraat 170 en 172 en enige ander onroerend goed publiek verkocht., waarbij de perceelgrenzen werden gewijzigd. Hasseltstraat 170 werd voor fl 1650 ,- aangekocht door de Laats weduwe, Johanna Catharina van Baast. Op 12 november 1880 vond de scheiding en deling van zijn nalatenschap plaats, waarbij het pand werd toegescheiden aan de weduwe.
Na haar overlijden werd Hasselstraat 170, getaxeerd op fl 1400,- op 20 mei 1884 toegescheiden aan een dochter uit haar eerste huwelijk. Johanna Catharina Kouwenberg, gehuwd met de wever Marinus Raaijmakers uit Oisterwijk. De nalatenschap van dit echtpaar
Werd gedeeld op 11 november 1919, waarbij het pand toen geschat op fl 2700,- toegescheiden aan hun dochter Arnolda Johanna Raaijmakers, die getrouwd was met bakker Johannes van Marsbergen.
Bewoners
Ook dit pand is hoofdzakelijk bewoond gewwest door de eigenaars en hun familieleden. Voor 1880 waren dat het echtpaar De Laat van Baast en de in totaal tien kinderen uit hun eerste huwelijken. Vanaf 1880 vindt men het echtpaar Raaijmakers – Kouwenberg met zeven kinderen vermeld , waarvan er overigens twee jong zijn gestorven. Later woonde er het echtpaar Van Marsbergen- Raaijmakers.
Bijlage Hasselstraat 170 1868
Inventaris van de goederen aangebracht bij het huwelijk van Augustinus de Laat en Johanna Catharina van Baast.
Bron : GAT, Not. 341, nr. 101.
Voor Josephus Antonie Daamen, notaris residerende te Tilburg , arrondissement
`s Hertogenbosch , provincie Noord Brabant, in tegenwoordigheid der na te noemen getuigen, compareerden.
A.1 Augustinus de Laat, weduwnaar van Engelina van Sprang, wever, zoo voor zich , als in hoedanigheid van vader en wettige voogd over de minderjarige kinderen uit gedacht huwelijk, met name: Hendrika, Johanna, Johanna Catharina, Augustinus Alphonsus, Johanna Maria en Josephus ; 2 Johannes de Laat meesterknecht 3. Cornelis de Laat , wever, 4 Adriaan de Laat wever, 5 Adriaan van Sprang, bakker in hoedanigheid van toeziende voogd over bovengenoemde minderjarigen.
B1. Johanna Catharina van Baast, weduwe van Peter Kouwenberg , zonder beroep, zoo voor zich als in hoedanigheid van moeder en wettige voogdes over hare minderjarige kinderen uit gedacht huwelijk, met namen Catharina, Wilhelmina, Johannes , Dionisius , en Adriana. 2 Peter Mommers van beroep wever, in hoedanigheid van toeziend voogd over laatstgenoemde minderjarigen alle comparanten wonende in Tilburg en aan mij notaris bekend;
En verklaren de comparanten, Augustinus de Laat en Johanna Catharina van Baast met elkaar een huwelijk te willen aangaan en naar artikel 407 van het Burgerlijk Wetboek een staat of beschrijving en waardiring der goederen, welke door hen in gemeenschap met de overige comparanten bezeten worden, te doen opmaken. Mits verklaren de comparanten, dat zij tot deskundigen ter waardering van gedachte goederen hebben benoemd Gerardus van den Hout, steenbakker, wonende te Tilburg, hierbij mede comparerende en aan mij notaris bekend, vooraf beëdigd in handen van het Kantongeregt te Tilburg, van de waardeering te zullen doen naar beste kennis van wetenschap, die verklaarde de navolgende goederen te hebben gevonden en daaraan de waarde te hebben toegekend als volgt:
In de huizinge bewoond door Augustinus de Laat, aan de Hasseltstraat:
In de keuken een bed met toebehoren, geschat op vijftien gulden f15,00
Eene klok , op tien gulden 10,00
twee tafels , op een gulden vijfenzeventig cent 1,75
vijf stoelen, op een gulden vijftig cent 1,50
een kastje, op vijf gulden 5,00
een spiegel, op vijftig cent 0,50
schilderijen op twee gulden 2,00
glas en aardewerk, op twee gulden 2,00
lampen, op een gulden vijftig cent 1,50
bedgordijnen en schoorsteenkleed, op twee gulden vijftig cent 2,00
een ijzeren ketel, op vijftig cent 0,50
een fornuis, op twee gulden 2,00
crucifix, op vijfentwintig cent 0,25
acht paar lakens, op tien gulden 10,00
negen handdoeken, op twee gulden vijftig cent 2,50
parapluie, een gulden 1,00
aarden potten, op een gulden 1,00
aan vet en spek, eene waarde van zeventien gulden vijftig cent 17,50
potten en flesschen, op een gulden 1,00
gordijnen, geschat op vijftig cent 0,50
Op de goot en in de kelder
ijzeren ketel, op een gulden vijftig cent 1,50
twee koffijketels, op twee gulden 2,00
tinnen schotel, op vijfenzeventig cent 0,75
twee emmers, op een gulden vijfenzeventig cent 1,75
tien stuks lepels, op vijftig cent 0,50
borden en aarden potten, op een gulden 1,00
koperen ketel, op twee gulden vijftig cent 2,50
waschtobbe, op twee gulden vijftig cent 2,50
negen stuks vorken, op vijfentwintig cent 0,25
aardappelen , ter waarde van tien gulden 10,00
twee blikken en rommel, gewaardeerd op dertig cent 0,30
Op den zolder, aan kaardebollen , een waarde van tien gulden 10,00
een bed met toebehoren, geschat op zes gulden 6,00
spoel, op vijfentwintig cent 0,25
aan lijmvleesch, ter waarde van een gulden 1,00
stokvisch, op een gulden 1,00
In de weefkamer, twee weefgetouwen, geschat op twintig gulden 20.00
twee spoelgetouwen, op twee gulden vijftig cent 1,50
scheerraam en scheerijzer, op een gulden 1,00
kagchel op twee gulden vijftig cent 2,50
drie vogelkooijen, op een gulden vijfentwintig cent 1,25
twee kisten , op vijftig cent 0,50
een bed met toebehoren, op zes gulden 6,00
vier stoelen, op een gulden 1,00
tafel, op zeventig cent 0,70
zak met zemelen, op een gulden vijfentwintig 1,25
aan aardappelen, ter waarde van zes gulden 6,00
een bed, op drie gulden 3,00
twee lampen, op een gulden 1,00
een handboom, op vijftig cent 0,50
bed gordijnen, op drie gulden 3,00
evenaar , op een gulden 1,00
trommel en mandenwerk, op een gulden 1,00
dissel en boor, op vijftig cent 0,50
In het schop, een varken, geschat op twintig gulden 20,00
eene geit, op vier gulden 4,00
twaalf stuks droogkrukken, op drie gulden 3,00
schop en riek, op een gulden vijftig cent 1,50
kruiwagen, op vijf gulden 5,00
rommel, ter waarde van een gulden 1,00
In de huidige bewoond door de comparante Johanna Catharina van Baast:
In de keuken , een kabinet , geschat op acht gulden 8,00
klok, op twaalf gulden 12,00
kastje, op drie gulden 3,00
bed met toebehoren, op vijftien gulden 15,00
zeven schilderijen , op vijftig cent 0,50
trommel, op vijfentwintig cent 0,25
drie koperen ketels, op twee gulden vijftig cent 2,50
theepot en waterstoof, op een gulden vijftig cent 1,50
peperbus en zoutvat, op vijftig cent 0,50
aarden borden en kommen, op een gulden vijftig cent 1,50
lamp, op vijftig cent 0,50
twaalf handdoeken, op een gulden vijftig cent 1,50
twee potten met vet, op drie gulden 3,00
aarden potten, op vijftig cent 0,50
haal en lenghaal, op een gulden vijftig cent 1,50
hangijzer en pan, op vijftig cent 0,50
tang en schup, op vijftig cent 0,50
hakmes, op vijfenzeventig cent 0,75
vier ijzeren ketels, op drie gulden 3,00
een blik, op vijfentwintig cent 0,25
een blik, op vijfentwintig cent 0,25
twee tafels en zes stoelen, op drie gulden 3,00
achtien beddelakens, op acht gulden 8,00
servet met tafellaken, op vijftig cent 0,50
twee stoven, op vijftien cent 0,15
bedgordijnen, op een gulden vijftig cent 1,50
Op de goot, twee emmers, op vijfenzeventig cent 0,75
negen lepels met rek en negen vorken, op een gulden 1,00
potten en borden, op een gulden 1,00
Op de opkamer, een bed met toebehoren, op een ( sic!) gulden 6,00
eene sprei, op vijftig cent 0,50
Op de zolder, een scheerraam met scheerijzer , op een gulden vijfentwintig cent 1,25
aan kaardebollen, eene waarde van drie gulden 3,00
eene spoel, op vijftig cent 0,50
een gieter, op vijftig cent 0,50
In het weeflokaal, twee getouwen, op dertig gulden 30,00
drie spoelgetouwen, op drie gulden vijfenzeventig cent 3,75
evenaar, op vijftig cent 0,50
kacghel , op drie gulden 3,00
timmermansgereedschap , op een gulden 1,00
twee lampen, op een gulden 1,00
eene biil, op vijfenzeventig cent 0,75
aan mandenwerk, eene waarde van vijftig cent 0,50
aardappelen, ter waarde van drie gulden vijftig cent 3,50
trommel, op vijftien cent 0,15
stoop met olie, op vijfentwintig cent 0,25
In het schop, een schaap, op twaalf gulden 12,00
kruiwagen op drie gulden 3,00
elf stuks droogkrukken, op een gulden 1,00
brandhout, op twee gulden . 2,00
stroo ter waarde van een gulden 1,00
koperen ketel met lijmvleesch , op vijf gulden 5,00
een waschstoel en rommel, ter waarde van zestig cent 0,60
De comparante Johanna Catharina van Baast verklaart dat tot den boedel in gemeenschap met hare minderjarige kinderen behooren de navolgende onroerende goederen: onder de gemeente Tilburg, Kraaiven, Sectie H, nummer 404, hof, groot negen roeden tachtig ellen; 405, huis, schop en erf, groot twee roden vierentwig el, een perceel dennenbosch ter plaatsche Loonse heide, sectie F, nummer 1551, groot vierennegentig roeden veertig ellen, en verklaarde zij en de toeziende voogd over hare minderjarige kinderen dat daartoe mede behooren de volgende schulden:
aan Dionisius van Baast honderd gulden wegens geleend geld, renteloos 100,00
aan Nicolaas van Baast honderd gulden, geleend geld ad vier procent 100,00
aan Cornelis van Iersel, vijftig gulden, geleend geld ad vier procent 50,00
aan Cornelis Brok veertig gulden, geleend geld ad vier procent 40,00
aan Cornelis van Baast elf gulden 11,00
aan doctor Barning, kosten der laatste ziekte. achtenzestig gulden 68,00
Totaal passief: driehonderdnegenenzestig gulden 369,00
Totaal actief: honderddrieenvijftig gulden vijfenzestig cent 153,65
Waarvan acte.
Aldus gedaan en verleden te Tilburg den vijfentwintigsten april achtienhonderd achtenzestig, in tegenwoordigheid van Josephus Willem Barend Kersten en Woutherus van Oosterhout, beide candidaat-notaris, wonende te Tilburg.
Vervolgens is deze door de comparanten, de getuigen en mij notaris onmiddellijk na voorlezing geteekend , met uitzondering van Augustinus de Laat en Johanna Catharina van Baast , die verklaarden niet te kunnen naamtekenen.
(wg) J.A. Daamen
G. van den Hout
A. de Laat
Jan de Laat
Cornelis de Bont
A. v. Sprang
P. Momers
J.W.B. Kerstens
W. van Oosterhout
overgenomen uit Drapiers en buitenwevers. ISBN 90-71840-16-6
Pater van de Heilige Joseph sterft in Holland.
De Weleerwaarde Heer Joseph P. Van Baast, S.S.J.
Geboren: 5 februari 1876
Tot Priester gewijd: 21 juni 1904
Overleden: 7 oktober 1956
Pastoor Joseph P. VanBaast, S.S.J., stierf in zijn vaderland Holland op Rosary Zondag,
7 october 1956, in de leeftijd van 80 jaren.
De plechtige uitvaart, met daarin het reciteren van de Metten, volgens de Anglicaanse Kerk,
had plaats op de 11e october in de Eucharistische Hart-van-Jezus Kerk in Vught.
De begrafenismis werd opgedragen door Pastoor J.Walen, geassisteerd door zijn kapelaans.
De begrafenis had toen plaats op het plaatselijk Rooms Katholiek kerkhof.
Op dezelfde dag als de begrafenis, droeg Dominee John B. Doyle, S.S.J., een plechtige Requiemmis op voor de zielerust van Pastoor VanBaast in de St. Catherine-van-Sienna-Kerk
in Donaldsonville, La., waar de overleden priester 15 jaar had gewerkt.
Dominee John C. O`Shea, S.S.J., een van Pastoor VanBaast’s vroegere kapelaans, preekte
in de begrafenisceremonie in Donaldsonville.
Deze overleden Pater van de H. Joseph, een zoon van Willem VanBaast en Wilhelmina
VanLiempt, werd geboren op 5 februari 1876 en werd de volgende dag gedoopt in de
St. Petrus Kerk in zijn geboortestad Vught, Noord-Brabant, Holland.
Na het afronden van de Basisschool en het Voortgezet Onderwijs in zijn eigen land, ging hij
naar de Verenigde Staten en bezocht St. Joseph en St Mary’s Seminaries in Baltimore, Md.
Hij werd gewijd tot het Heilig Priesterschap op 21 juni 1904 in de Kathedraal van
Baltimore, door Kardinaal Gibbons.
Pastoor VanBaast droeg zijn eerste H. Mis op, op 3 juli in zijn parochiekerk in Holland.
Na zijn terugkeer in Amerika, werd de nieuwe Pastoor naar Alabama gezonden, waar hij de leiding kreeg over het hele Zuidelijke en Noordelijke Gebied van de stad Mobile, met als
middelpunten Mon Louis en Chastang.
In iedere plaats was een zendingspost, een Kerk en een school gevestigd geweest, enige tijd
voorafgaand aan de komst van Pastoor “Van”, maar de grenzen van de zendingspost waren nogal vaag. Hij vestigde hoofdkwartieren in Mobile, waar hij om de veertien dagen langs
ging op zijn tocht van en naar elke zendingspost. Hij bracht twee weken door in de “Piney Woods” streek rondom Castang, dan twee weken in het Mon Louis gebied, met een paar
dagen in Mobile om voorbereidingen te treffen voor zijn volgende maandelijkse zendings-reis.
Maar de zendingswerkzaamheden van Pastoor VanBaast rondom Donaldsonville, La., leidden
tot bijzondere erkenning. Eigenlijk kwam hij naar Donaldsonville door een kronkelend
zendingspostroute. Nadat hij een nieuwe kerk en een nieuwe school gebouwd had in Chastang in 1912 en 1913, verhuisde Pastoor “Van” naar nieuwe werkvelden in Bertrandville, La. en
van daaruit opende hij een zendingspost in Klotzville, La., startte snel werkzaamheden in
Napoleonville, Dorseyville en Louisville en in1923 bouwde hij een missiepost, bestaande uit
een combinatie van een kerk en een school in Thibodaux, La.
Pastoor VanBaast, altijd op zijn hoede voor nieuwe zendingsondernemingen gaf Thibodaux
en Bertrandville over aan andere helpers in1924, terwijl hij 35 mijlen verderop, in Donald-
sonville, weer een nieuwe parochie oprichtte. Er was enige tijd een schooltje geweest voor
zwarte kinderen, waar de donkergekleurde Zusters van de Heilige Familie les gaven.
Een verblijf werd aangekocht; toen werden er diensten gehouden, eerst in de Witte Kerk en
later in de school totdat er een kerk werd gebouwd in 1925. Een pastorie werd opgericht in
1927, en het volgende jaar werd er een groot huis gekocht en heringericht tot een school en
een klooster, dus het oude schoolgebouw kon veranderd worden in een zaal.
Een leuk gezegde over het zendingsvirus:”als je besmet bent, ken je geen rust meer”.
Zo was het precies met Pastoor “Van”. Je zou kunnen denken, dat hij, nadat hij de titel van
“Grote Oude Priester van de Bayou Lafourche”gekregen had, op zijn lauweren ging rusten.
Helemaal niet!! Toen in 1934, sommige niet-Katholieken naar hem kwamen vanuit Cassard-
Lane, St Emma’s Plantage en Palo Alto, ongeveer 6 mijlen van Donaldsonville, en zeiden
dat ze geen kerk hadden, geen prediker en geen school, was het teveel voor hem, te weten
dat daar meer dan honderd kinderen waren, die niet gedoopt waren in een kerk en dat hun
ouders met hen samen Katholiek wilden worden.
Klassen werden opgestart in een oude zaal in Cassard Lane. De toen ongebruikte school
die Pastoor “Van” had gebouwd in Dorseyville werd afgebroken en per kar vervoerd naar
Cassard Lane waar deze weer werd opgebouwd en vergroot tot een tweeklassige school.
Op het zilveren jubileum van de parochie van Donaldsonville in 1951, bevatte de herdenkings
brochure een lange huldebetuiging aan Pastoor VanBaast. Ruimtegebrek staat jammer
genoeg niet toe meer dan deze twee paragrafen te drukken: ”Toegewijde Pastoor VanBaast,
geïnspireerd door een bevlogen geest van de ware missionaris en vurig verlangend naar
het verspreiden van geestelijk werk onder de negers, ging door in de parochie van St.-
Catherine’s tot aan het einde van juni 1939, gedurende bijna 15 volle jaren van krachtige
zelfopofferende werkzaamheden in Donaldsonville. Door zijn ijver, vastberadenheid en
onvermoeibare krachtsinspanningen werd St.Catharine’s gevestigd, een parochieneder-
zetting gebouwd en kwamen de zendingsposten tot ontwikkeling. En het was voornamelijk door zijn visie en zijn onophoudelijke vragen en verzoeken om schenkingen, dat hij het financierde.
“Zusters, mannen en vrouwen van de Congregatie en vooral de kinderen waren bedroefd toen hij zijn last neerlegde en St Catherine’s verliet. Hij was een innige vriend geworden, een steun en inspiratiebron voor de gehele Katholieke Negergemeenschap van Donaldsonville.
Zijn nieuwe werkveld was op de plaats waar hij begon met zijn werk, aan de moerassige zijarm van de rivier in Bertrandville. Maar niet lang daarna (in oktober 1946) ging hij met pensioen en in april 1947 keerde hij terug naar zijn geboorteland Holland, waar hij zijn laatste jaren hoopte door te brengen met zijn familie in Vught in Noord-Brabant”.
Zoals een vroegere uitgever van The Colored Harvest eens schreef: “Iedere priester in de Missie is een moederskindje. Hij zal de hartepijn van Pastoor “Van” over het hoofd hebben gezien toen diens moeder stierf in het verre Holland die vroeg om haar zoon in Louisiana, maar de zegening van zijn priesterhanden, om de laatste keer haar ogen te sluiten, niet mee mocht maken, maar het hart van iedere missionaris is een hart zoals dat van Pastoor “Van”
Groot genoeg voor de hele wereld en sterk genoeg om te pompen, ofschoon gebroken”.
Nu dat Pastoor VanBaast uit deze wereld weggeroepen is, bidden wij dat God hem vlug zal toestaan om zich te verenigen met zijn goede moeder en vader in de Hemel.
Tegelijkertijd smeken we onze Moeder der Smarten om troost te schenken aan degenen die rouwen om Pastoor “Van ’s” overlijden, zijn familieleden in Holland, zijn medepaters van de Heilige Joseph en zijn vroegere parochianen.
Ten slotte vragen wij of onze kennis van zijn heldhaftig leven als een Missionaris van de Paters van de Heilige Joseph, ieder van ons zal helpen op een dag het eeuwigdurende geluk te
verwerven, waarvan wij hopen dat het nu geschonken is aan Pastoor Joseph P. VanBaast, S.S.J.
uit: “The Coloured Harvest “ (De Gekleurde Oogst)
December, 1956
Advertentie:
Gedenk de Paters van de
Heilige Joseph in Uw testament.
Onze wettelijke titel is
St Joseph’s Sociëteit van
Het Heilig Hart, inc.
Schrijf voor verdere informatie naar
Paters van de Heilige Joseph
1130 N. Calvert St
Baltimore 2 Maryland.